Tienkamp 2012: de sanering voorbij
In juli zagen we de bui al hangen. Elio Di Rupo had zijn formateursnota opgeleverd. Met een aanlokkelijk, maar vaag uitgewerkt luik nieuwe inkomsten. En daartegenover vooral een reeks ingrepen in de sociale zekerheid. Toen nog behoorlijk vaag wat betreft gezondheidszorg. Maar al bijzonder concreet op het vlak van werkloosheid, pensioen en welvaartvastheid van de uitkeringen. Toen al ver over de pijngrens.
Het was voorspelbaar hoe het Santiago-effect vanaf juli tewerk zou gaan. Ter herinnering: Santiago is de oude man (en de zee) van Ernest Hemingway. Die ving op een dag een stel grote vissen en wist die met alle moeite langszij naar de kant te slepen. Eens aan wal moest arme Santiago echter vaststellen dat de haaien nog slechts de graat hadden overgelaten. Wie zijn klassiekers kent, wist op voorhand dat de rechterzijde, de werkgevers en de verenigde lobbygroepen niet zouden nalaten die vette fiscale vissen van Di Rupo op dezelfde wijze te fileren. Waardoor het gewicht langsom meer zou komen liggen op de uitgavenzijde. En dus de sociale zekerheid. Want elders is niet veel meer te rapen. Dat weet iedereen die niet verblind is door de ideologische verdwazing over de ontvetting van de staat.
Selectieve verarming
Het zat er dus aan te komen. Maar dat het zo erg zou zijn... Daarbij werd de grootste klap opgevangen door de gezondheidszorg. Ook al gaf men aan dat de groeinorm wel wat marge gaf, toch werd het wel een bijzonder zware klap. Met nu de vraag of die zal kunnen worden opgevangen zonder dat patiënt of personeel er iets van voelt (zie het artikel van Jos Kesenne verder op – red.).
Voor de werklozen, de oudere werknemers, de geïnteresseerden in tijdkrediet of loopbaanonderbreking, de vrouwen met onvolledige loopbanen ook, is wel zeker wat het wordt. Eén, een ezelstamp voor de werkloze jongeren die eerst en meest slachtoffer werden van de crisis. Twee, het organiseren van de armoede bij de langdurig werklozen. En drie, een Generatiepact bis voor de oudere werknemers. Met drie horizontale, al even pijnlijke vaststellingen. Eén, de verarming van de werklozen met sterk verminderde arbeidsgeschiktheid, zonder enige tewerkstellingsperspectieven. Twee, de verdere achterstelling van vrouwen die in staat zijn een volledige loopbaan uit te bouwen. En drie, het ontbreken van enig geloofwaardig perspectief op méér en betere banen, in het bijzonder voor de groepen die het zwaarst zijn getroffen. En dat tegen de achtergrond van een nieuwe recessie, met onvermijdelijke schade op de arbeidsmarkt.
Hier past alleen maar woede en verontwaardiging. Niet enkel omwille van de uitkomst. Maar ook omwille van het proces dat er aan vooraf ging. En de machteloosheid om dat te keren. Meer ga ik daar nu niet over zeggen. Omdat je daar niks mee bereikt, behalve nog meer toename van de al hoge verzuringsgraad. En omdat het contraproductief is voor wat nog moet komen. De federale regering is nu eenmaal ingezworen. Het regeerakkoord is afgeklopt. Het parlement heeft zijn vertrouwen gegeven. Dit krijg je niet meer weg. Mochten we het al weg willen. Want wat is het alternatief? Dit land in een nieuwe institutionele en politieke crisis storten, tegen de achtergrond van een nieuwe mondiale systeemcrisis? Wetende dat dit land dan nog meer ten prooi valt aan de aasgieren van de financiële markten en het stuur gaat worden overgenomen door de neoliberale haviken van Ecofin, het Europese "ministerie" van Economische en Financiële Zaken.
Tienkamp
We gaan blijven zeggen dat dit regeerakkoord onevenwichtig, onrechtvaardig en onbillijk is. Maar laat ons nu vooral inzetten op de concrete uitdagingen die voor ons liggen. In bouwvakkerstermen...
Werf één: overleg over de uitvoering van het regeerakkoord (en acties als dit overleg onvoldoende resultaat geeft). Dat is de weg die de drie vakbonden samen zijn ingeslagen na de parlementaire inzegening van de regering. Maar dit ook maar nadat Di Rupo de hand had uitgestoken voor overleg met de sociale partners. Wat ook de tijd en de opdracht gaf om breed te informeren over het regeerakkoord. Met het ACV doen we dat lokaal, met vele info-meetings, en tegelijk ook centraal, via www.degevolgen.be. Eens mensen door hebben wat de gevolgen zijn op hun concrete situatie en hun plannen voor de toekomst, zie je de verontwaardiging exponentieel toenemen. Zeker als ze dit dan vergelijken met de groepen die niet hebben te klagen. En dus ook niet hoeven te staken (zie de provocerende UNIZO-website www.wijstakenniet.be). Tegen dat deze gids verschijnt, hebben we met de drie vakbonden wellicht al de balans opgemaakt van het overleg. Om te bekijken of we de optie van sectorale en/of intersectorale stakingen lichten of niet. Ik kan daar nu niet op vooruit lopen. Ik wijs er wel op dat dit is te onderscheiden van de bijzondere acties vanuit de openbare diensten, net voor Kerstmis. Het regende toen weer verwijten over de onverantwoordelijkheid van de vakbonden. Maar de enige die dit verwijt verdient is de minister van Pensioenen die zich gedroeg als een hond in een kegelspel. Zonder enige overleg. Nochtans toegezegd door de premier. En bovenop een beledigende dosis arrogantie en provocatie.
Werf twee: de werkgelegenheid. Eigenlijk is dit niet de onderscheiden van de eerste werf. Want staat daar niet dat de regering met een werkgelegenheidsplan zou komen, in het bijzonder voor jongeren? En dat het van de werkgevers een werkgelegenheidsplan zou vragen, voor de ouderen? Alleen, vooralsnog zonder budget voor de overheid. En zonder sancties voor de werkgevers. Kortom, loze beloften. Dus moet dit body krijgen. Om vier redenen: onze te hoge werkloosheidsgraad, die er al was vóór de crisis; het effect bovenop van de crisis, zeker voor jongeren; het effect daarbovenop van de tweede crisis; en last but not least de wijze waarop bijzondere groepen (zie vorige), die blijkbaar niet worden gerekend bij de hardwerkende Vlaming, zeer zwaar worden getroffen door de sanering. We gaan dus allen moeten kiezen voor een ander soort werkgelegenheidsplan. Want tot nog toe was dit al te veel synoniem voor gratuite loonkostverminderingen voor bedrijven. Als we een hogere activiteitsgraad willen, en die is dringend nodig, dan moeten we echt alles zetten op een massieve strijd tegen de werkloosheid. En dat is dus niet hetzelfde als strijd tegen de werklozen.
Werf drie: de index. De nieuwe regering heeft de indexkoppeling bevestigd. Nadat de regering-Leterme dat al had gedaan in het verlengde van het ontwerp van interprofessioneel akkoord voor 2011-2012. We zitten dus even veilig. Het is een van de weinige lichtpunten in het regeerakkoord. Voor even maar. Je zag al snel de goesting van de liberalen om toch maar in te grijpen in de index. Met een Alexander De Croo die kennelijk al zicht heeft op het index-rapport dat liberaal gouverneur van de Nationale Bank Luc Coene op eigen houtje heeft klaargestoomd. Met een Europese Centrale Bank en de leerling-tovenaars bij Ecofin, die geen kans missen om onze indexering onderuit te halen. Met werkgevers die begin 2011 wel in het ontwerp van IPA voor 2011-2012 toezegden de index te vrijwaren, maar dat halfweg de rit bewust vergeten. En met onheilspellende prijsstijgingen op de internationale grondstofmarkten. Gegeven de nieuwe recessie zou je nochtans anders verwachten. Maar de onzekerheid, plus de tijdelijke terugval in olie-investeringen ingevolge het Arabische ontwaken, de aanhoudende boost in de groeilanden en vermoedelijk ook de speculatie, geven een andere trend te zien. Reden te meer om eindelijk een geloofwaardig beleid uit te tekenen tot beheersing van de energieprijzen. Dat is aangekondigd door de regering ,als alternatief voor een ingreep in de index. Gaat het deze keer wel lukken?
Werf vier: de dubbele sanering. De double dip geeft zonder enige twijfel aanleiding voor een tweede sanering. Dat was al duidelijk vooraleer het saneringsakkoord tot stand kwam. Al was het verdedigbaar dat de onderhandelaars toen vasthielden aan een groei van 0.8% volgend jaar. Niet in het minst omdat Europa toen nog vasthield aan 0.9%. Maar het staat in de sterren geschreven dat serieus meer moet worden opgehaald. Minstens twee miljard, wordt gezegd. Misschien wel drie. Bij wie, is dan de vraag? Opnieuw bij diegenen waar men nu al ver over de pijngrens is gegaan? Of bij wie ditmaal de dans wist te ontspringen? Retorische vraag, valt te hopen. Het verplicht de vakbeweging en de brede linkerzijde opnieuw stevige fiscale dossiers klaar te zetten voor de sanering die nog moet komen.
Werf vijf: de tweede Europese semester. De vorige viel nog mee. Ja, er waren die Europese aanbevelingen, maar die waren niet dwingend, hoe hard ook de rechterzijde ende werkgeverszijde hun best hebben gedaan om ons van het tegendeel te beliegen. Maar inmiddels is het sixpack er, versterkt door de beslissingen van de Eurotop van december ll. over de automatische toepassing van sancties voor slechte leerlingen. Onze experte Bérengère Dupuis heeft het er in dit gids-nummer uitgebreid over. Vanaf nu wordt het serieus. Dans je budgettair niet naar de Duitse pijpen of flash je teveel op het nieuwe scorebord voor de macro-economische evenwichten, dan riskeer je de voogdij van Ecofin. Al mag je ook zeggen: dictatuur van Ecofin. Het is onvergeeflijk dat het Europese parlement en de Europese staatshoofden hun democratische legitimiteit uit handen hebben gegeven aan een stel geïndoctrineerde ambtenaren. Prof. Hendrik Vos schreef laatst nog in De Standaard dat Europa de democratie op stand by zet. Ik vrees dat het erger is. Het Europese parlement en de nationale staatshoofden zijn zo ver gegaan om een stuk politieke democratie definitief op te offeren onder druk van de financiële markten. Maar het ergste is nog dat ze daarmee ook op nationaal vlak de politieke rechterzijde en de werkgevers in een zetel plaatsen. Die zitten nu permanent te dreigen met het Europese schrikbewind. Van sommigen krijg je zelfs de indruk dat ze doelbewust aansturen op een zware crisis, om de neoliberale eurocraten aan zet te kunnen brengen.
Van alle hallucinante vaststellingen van de afgelopen weken en maanden, is dat wel een van de meest shockerende: hoe onder de terreur van de financiële markten de democratie wegkwijnt en hoe dit van werkgeverszijde en ter rechterzijde zelfs wordt toegejuicht. Met in één beweging alle spelletjes in de media over de samenstelling van een zakenkabinet dat in de plaats had moeten komen van de democratisch verkozen politici. Want hen het begrotingsbeleid laten opmaken, dat is "als aan een hond vragen om een worstvoorraad te beheren". Dixit de Nederlandse liberaal Frits Bolkestein – inderdaad die van de Europese dienstenrichtlijn -, in november laatst. Het typeert de lichtzinnigheid waarmee vandaag wordt omgegaan met de hoogste waarden. Vanuit België zitten we nu niet slecht. Met Elio Di Rupo als (linkse) luis in de pels onder de Europese staatshoofden. En met Steven Vanackere op Financiën en Vande Lanotte op Economie, die in de Europese Raad van Economische en Financiële Zaken een geheel andere stem kunnen laten horen dan Reynders en Van Quickenborne. Maar er zal een adequate strategie nodig zijn van de gehele Europese vakbeweging. En die is nog lang niet in zicht. Werk voor 2012.
Werf zes: de welvaartsvastheid van de uitkeringen. De regering behoudt het structurele mechanisme van de welvaartsvastheid van de vervangingsinkomens, maar vermindert het budget tijdelijk met 40% in 2013-2014, dat is circa 200 miljoen euro op het budget van de werknemers. Maar je ziet ook al de eerste aanzetten voor het najaarsdebat over de resterende 60%. Enerzijds de weerzin met dat geld nog iets te doen voor de werklozen. Maar anderzijds de toenemende druk om dat geld van de werknemers ook te gebruiken om de problemen van de zelfstandigen op te lossen. Die moeten gelijke kinderbijslagen krijgen vooraleer die bevoegdheid wordt geherfederaliseerd en ook gelijke minimumpensioenen. Het regeerakkoord voorziet daarvoor geen bijzondere budgetten. Zodat we de zelfstandigen nog zien komen aankloppen met de vraag dat de werknemers hun verbeteringen betalen. Terwijl ze intussen bij de sanering weigerden om de bijdragen voor hun eigen sociaal statuut te verhogen. De vakbonden hebben inmiddels al samen gesteld dat het budget, of liever 60% ervan, voor de werknemers, absoluut moet worden gevrijwaard. Om het dan vervolgens voor een belangrijk deel in te zetten op het stillen van de pijn voor de werklozen door de sanering.
Waarmee ik kom bij werf zeven: de strijd tegen de armoede en uitsluiting. De nieuwe regering heeft op dat vlak, om de bovenvermelde redenen, geen enkele geloofwaardigheid. Eén van de lichtpunten in heel die frustrerende puinhoop van de laatste weken is de opmerkelijke aanwezigheid, midden de vakbondsbetoging van 2 december ll., van het netwerk van de armenorganisaties. Zij hebben al lang begrepen dat de strijd tegen de armoede en de strijd tegen ongelijkheid geen twee verschillende zaken zijn. En dat vakbonden en organisaties waar armen het woord nemen, bondgenoten zijn. Deze regering organiseert de armoede, wat Di Rupo daarover ook moge beweerd hebben in het Parlement bij de vertrouwensstemming begin december. En dus zullen we samen met de armenorganisaties puin moeten ruimen. De resterende budgetten voor de welvaartsvastheid zijn een eerste aanknopingspunt (zie hoger).
Werf acht, het overleg. Je moet er geen doekjes om winden. Dat overleg zit in een bijzonder zware dip. Nu, het sociale overleg heeft nog zijn dieptepunten gehad. Maar vroeg of laat moeten de werkgevers toch ook gaan beseffen dat ze niet zijn gebaat bij de huidige ramkoers. Het interprofessioneel akkoord voor 2013-2014 is een eerste test. Dat voor 2011-2012 is afgesprongen. En toch weer niet. Omdat de regering-Leterme het grotendeels uitvoerde. Inmiddels begint de agenda voor dat overleg redelijk vol te lopen: verlenging van de afwijkende brugpensioenregimes, uitklaren – op vraag van de regering – van het concept van de veralgemeende tweede pensioenpijler en uiteraard – zoals steeds – de toepassing van de Wet van 1996 op concurrentievermogen en werkgelegenheid.
Wat me brengt bij een belangrijke negende werf: de harmonisering van de statuten voor arbeiders en bedienden. Het Grondwettelijk Hof verplicht om dat tegen 8 juli 2013 te regelen. Die uitspraak was geen verrassing. Ook in het ontwerp van interprofessioneel akkoord voor 2011-2012 zat al, onder druk van het ACV, de idee om dat varkentje te wassen binnen de twee jaar, na eerste verbeteringen vanaf januari 2011. Die eerste, verbeteringen zijn er trouwens gekomen. Verder aangevuld door afspraken in de sectoren en bedrijven. Hoe nu verder? Het meest optimistische scenario is dat de sociale partners dat in peis en vree opnieuw opnemen. Een meer realistisch scenario is dat de overheid probeert op te schieten, in het beste geval in overleg met de sociale partners. De regering gaf al aan dat ze de factuur van de eenmaking niet kan overnemen, omwille van de budgettaire situatie. Daarmee kunnen wel al een aantal recente voorstellen van experts over netto opzegvergoedingen bij ontslag, zonder de noodzakelijke bijdragen, nu reeds in de vuilbak worden gekieperd.
En dan een laatste, tiende werf, de Gemeenschappen en Gewesten. Zij zullen, ter wille van de sociale zekerheid, ook hun deel moeten doen. Enerzijds voor wat betreft de sanering: hoe meer zij doen, hoe meer ruimte voor sociale zekerheid. Dus hoe meer sociale rechtvaardigheid je in de sanering kunt steken. Anderzijds ook voor de werkgelegenheid en in het bijzonder voor de tewerkstelling van de risicogroepen en voor het werkbehoud van oudere werknemers. Ze verschuilen zich nu wat achter hun rol van investeerders in de toekomst. Maar voor al die investeringen , of het nu gaat om (almaar) hoger onderwijs, onderzoek en ontwikkeling, innovatie, economische steunmaatregelen en zelfs ecologische prikkels, mag toch de vraag worden gesteld of het niet wat doelmatiger kan, en liefst van al ook wat rechtvaardiger. Of mag het debat over de efficiëntie van de overheid alleen maar gaan over de uitgaven die het bedrijfsleven niet raken?
Tot slot
Doorheen die tien uitdagingen, is er ook een transversale werf: hoe als vakbeweging sterker wegen op de politiek? en dat vermengd met de vraag hoe je sterker kunt wegen op de publieke opinie? Met gematigd rechts dat radicaliseert. Met het centrum dat naar rechts opschuift. En met een linkerzijde die mee volgt. En dat alles opgejaagd door de media, waar de progressieve stem, laat staan de vakbondsstem, almaar moeilijk weerklinkt. En waar permanent de rode loper wordt uitgerold voor het getweet van de conservatieve denktanks. Overigens, het is al ver gekomen ook aan de linkerzijde te moeten aanhoren dat de welvaartstaat er niet alleen is voor "de sociale gevallen". Sociale gevallen? Alsof het gaat om een verzameling van dossiers. En niet van mensen in moeilijkheden. Het is maar één van vele symptomen van een oprukkende verdwazing. Waar elke empathie voor mensen die niet zijn gezegend door het leven, lijkt te ontbreken. Hoe dat doorbreken? Moeten we met zijn allen in 2012 ook eens over nadenken!