Begin 2015 berekende Decenniumdoelen 2017 voor het eerst de gevolgen van de besparingen op Vlaams en federaal niveau voor de mensen aan de onderkant van de inkomensladder. Onze conclusie was even duidelijk als verontrustend: er was duidelijkheid over de gevraagde inleveringen, maar nog onduidelijkheid over de sociale correcties. Eén jaar verder hebben we de oefening opnieuw gemaakt. Want er was beloofd dat er werk zou gemaakt worden van sociale correcties in alle besparingsmaatregelen, zodat mensen in armoede niet of nauwelijks getroffen zouden worden. Onze berekeningen tonen aan dat dit niet klopt. Gemiddeld kosten de maatregelen nog steeds 52 euro/maand aan de gezinnen op de laagste 20% van de inkomensladder.
Slecht één van onze gezinstypes gaat erop vooruit, alle anderen moeten nog steeds inleveren op hun karige inkomsten. Bovendien gaan wij uit van minimale berekeningen. Verhoogde tarieven voor openbaar vervoer, cultuur, sport, accijnzen ... telden we niet mee. Evenmin hebben we het gehad over de steeds langer wordende wachtlijst voor sociale huurwoningen (120.000!) waardoor steeds meer mensen met een laag inkomen langer vast zitten op een te dure private huurmarkt.
Belofte maakt schuld
De regeringen vroegen vorig jaar vooral tijd. Tijd om de nodige maatregelen te nemen, tijd om sociale correcties door te voeren, tijd om ons ongelijk te bewijzen. We stellen vast dat er ondertussen maatregelen zijn genomen. Zo blijkt de nieuwe berekening van de waterfactuur, met sociale correctie voor mensen met een leefloon, een positief effect te hebben. Wel klopt de kritiek, dat alleenstaanden er vaak slechter van af komen. Voor die groep moeten extra maatregelen genomen. Toch bewijst dit dat het perfect mogelijk is om zonder extra budget sociaal te corrigeren. Er is een alternatief. Andere correcties blijven uit. De extra kosten op de energiefactuur zijn niet gecorrigeerd, niet voor de btw verhoging en niet voor de afschaffing van de gratis kWh. Integendeel, de Turteltaks heeft de factuur nog opgedreven.
Verschillende maatregelen met een negatieve invloed op het gezinsinkomen of extra facturen blijven gehandhaafd. Hierbij zitten verhogingen in de zorgverzekering, de maximumfactuur in het basisonderwijs en de eenzijdige verhoging van de laagste kinderopvangtarieven. Ook de dubbele indexsprong in de kinderbijslag en de federale indexsprong in de lonen werken verder door.
Er was beloofd dat er werk zou gemaakt worden van sociale correcties in alle besparingsmaatregelen, zodat mensen in armoede niet of nauwelijks getroffen zouden worden. Onze berekeningen tonen aan dat dit niet klopt.
Tax shift voor de (voltijds) werkenden
De veelbesproken taxshift zou niet enkel onze economie aanzwengelen en (hopelijk) meer jobs creëren. Hij zou ook zorgen voor meer netto inkomen voor de gezinnen. Dit effect is substantieel, maar slechts voor een deel van de gezinnen. De tax shift heeft een positief effect op wie voltijds werkt (997 euro/jaar voor 1 VTE aan minimumloon). Dit effect is groter voor de laagste inkomens dan voor midden- of grote inkomens. Wie slechts halftijds werkt houdt bijna niets over aan de taxshift omdat men te weinig verdient om veel belastingen te betalen (11 euro/jaar voor 0,5VTE aan minimumloon). Dit is eigen aan het systeem van belastingen (en belastingverminderingen), maar zij voelen wél de extra kosten die hen door andere maatregelen treffen. In de taxshift werden ook middelen voorzien om de leeflonen in april 2016 met 2% te verhogen. Een goede maatregel maar nog ruim onvoldoende om de ambitie van een leefloon boven de armoedegrens waar te maken.
Meer bijstand dan sociale zekerheid?
De taxshift heeft geen effect voor gepensioneerden en werkzoekenden. We waarschuwen dat sociale correcties die enkel gelden voor mensen met een leefloon onvoldoende zijn. Ook heel wat gepensioneerden, werkzoekenden, invaliden,... hebben een inkomen nauwelijks boven het leefloon. Het klopt dat de bijstandsuitkeringen lager liggen dan uitkeringen uit de sociale zekerheid. Maar het verschil is zeer klein. Wanneer meer en meer ‘voordelen’ enkel gelden voor mensen met een bijstandsuitkering, zal dit verschil zo goed als nihil worden. Met die nuance dat, om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering, een vermogenstoets geldt. Iets wat bovendien door rechtse partijen bepleit wordt met betrekking tot socialezekerheidsuitkeringen. Dit past opnieuw in de filosofie dat al wie nog enig bezit heeft, toch niet echt hulp nodig heeft.
Wie moet rond komen met een werkloosheidsuitkering, invaliditeitsuitkering of klein pensioen, is het grootste slachtoffer is van de huidige beleidskeuzes.
Het debat over armoede verengen tot mensen met een leefloon maakt het politici ook gemakkelijk. Meestal roepen deze mensen bij de bevolking niet zo veel sympathie op. Voor het gemak gaat men dan voorbij aan de cijfers. Van de 700.000 Vlamingen in armoede zijn er ‘slechts’ 27.000 met een leefloon. Er zijn veel meer kinderen, gepensioneerden, invaliden en werkenden die zich in armoede bevinden.
Staatssecretaris Elke Sleurs reageerde ook vanuit deze visie op onze cijfers. We moeten opletten van uitkeringsafhankelijkheid, zo stelde ze. Dit terwijl onze aanklacht 5 gezinssimulaties maakt van armoede gezinnen waar betaalde arbeid verricht wordt en 2 gepensioneerde gezinnen. Deze laatsten zijn inderdaad uitkeringsafhankelijk. Die eersten niet, en toch worden ze dieper in de armoede geduwd. Net zoals al die gezinnen die geen baan vinden door hun handicap, ziekte of omdat er niemand hen aanwerft ondanks hun inspanningen. Het gevolg van dit alles is dat wie moet rond komen met een werkloosheidsuitkering, invaliditeitsuitkering of klein pensioen, het grootste slachtoffer is van de huidige beleidskeuzes. Behalve de welvaartsaanpassing van 2% voor de minimumuitkeringen, vanuit de welvaartsenveloppe, betalen zij de volledige factuur, zonder enige correctie.
Werk aan de winkel
We stellen vast dat er vooruitgang is tegenover 2015. Dit omdat enkele beloftes zijn ingelost (de waterfactuur) en de tax shift een positief effect heeft op de werkenden. Toch telt onze overzichtstabel veruit het meeste negatieve getallen. Voor 2016 verwachten we minimaal dat deze negatieve effecten weggewerkt worden. Op het Vlaamse niveau moete de komende maanden de sociale correctie op de elektriciteitsfactuur uitgewerkt en ingevoerd worden. De heisa rond de Turteltaks zorgde er vreemd genoeg voor dat alle andere factuurverhogingen (afschaffing gratis kWh, verhoging btw) geruisloos passeerden. Het is vreemd dat een regering wel corrigeert op de waterfactuur, dat de minister voor armoedebestrijding er zelfs mee uitpakt als voorbeeld van hun sociaal beleid, maar een veel grotere factuurverhoging voor elektriciteit blijkbaar geen correcties nodig heeft.
Nog een illustratie van averechts beleid op het Vlaamse niveau is de verhoging van de laagste kinderopvangtarieven. Dit is niet enkel onrechtvaardig, men treft hier enkel en expliciet de zwaksten, maar gaat in tegen eigen beleidslijnen zoals de sociale functie van de kinderopvang en de strijd tegen werkloosheidsvallen. Je maakt aan de slag gaan of een opleiding volgen plots substantieel duurder voor mensen in armoede.
Het is vreemd dat een regering wel corrigeert op de waterfactuur, dat de minister voor armoedebestrijding er zelfs mee uitpakt als voorbeeld van hun sociaal beleid, maar een veel grotere factuurverhoging voor elektriciteit blijkbaar geen correcties nodig heeft.
Het federale niveau beloofde tegen het einde van de legislatuur om de uitkeringen boven de armoedegrens op te trekken. Het is dringend tijd dat ze de budgetten hiervoor vrijmaakt. Enkel de welvaartsenveloppe is ruim onvoldoende. De komende begroting dient dit engagement te honoreren met concrete cijfers. Of dit er komt is maar de vraag. Niet omdat het onbetaalbaar zou zijn, het Rekenhof berekende dit enkele jaren geleden op een recurrente kost van 1,25 miljard euro per jaar. Een fractie van pakweg de notionele intrestaftrek of de fiscale voordelen voor bedrijfswagens.
Het is niet de eerste keer dat de belofte voor hogere uitkeringen in een regeerakkoord staat, of dat de strijd tegen armoede een topprioriteit wordt genoemd. Alleen blijkt het de meest genegeerde topprioriteit te zijn, ook in vorige coalities. De huidige federale regering herhaalde de belofte voor hogere uitkeringen. De adder onder het gras is dat andere sociale voordelen zullen meegerekend worden. Hierbij wordt de armoedegrens beschouwd als ruim voldoende om rond te komen, terwijl het gaat over het absolute minimum dat nodig is voor een menswaardig leven. Bovendien is het meetellen van deze voordelen praktisch onhaalbaar. Een verhoogde tegemoetkoming in de zorg (VT) brengt je geen euro op als je het geluk hebt om niet ziek te worden. Hoe tel je zoiets mee? De verhoogde kinderbijslagen zijn een regionale bevoegdheid. Stel dat deze binnenkort genereuzer zijn in Vlaanderen dan in Wallonië. Gaat deze coalitie dan een hogere federale uitkering geven aan Walen dan aan Vlamingen in dezelfde situatie?
Besluit
De mensen aan de onderkant van de inkomensladder moeten nog steeds inleveren. Ook wie al in armoede leefde wordt nog steeds getroffen door de besparingsmaatregelen. Toch blijkt dat ook een ander beleid mogelijk is. Bepaalde maatregelen hebben een positief effect, ook of zelfs specifiek op de lagere inkomensgroepen. De ambitie van deze regeringen op het vlak van armoedebestrijding lag veel hoger dan wat we tot nu toe zien. Elk negatief cijfer betekent een verdere verdieping van de armoede en brengt ons verder af van de strijd tegen armoede. In januari 2017 moeten minimaal alle gezinnen erop vooruitgaan als deze regeringen de strijd tegen armoede echt serieus nemen.