Vrijdagmiddag kondigde minister Weyts aan dat onverdoofd slachten voortaan énkel nog in erkende slachthuizen kan. Hij pakt daarmee niet het onverdoofd slachten aan, maar hij zorgt door een plaatsgebrek vooral voor extra stress voor mens en dier tijdens het komende offerfeest in september. Want in de 'permanente' slachthuizen, die volgens dezelfde regels werken als de tijdelijke slachthuizen, zal de vraag groter zijn dan het aanbod.
Even kort samenvatten: het slachten van dieren is zo oud als de mens zelf. In heel wat religies, zoals de Islam en het Jodendom, bestaan daar belangrijke rituelen en religieuze voorschriften rond. Vandaag bestaan rond slachten echter (terecht) ook regels die zoveel mogelijk rekening houden met het welzijn van dieren (al zal slachten natuurlijk nooit aangenaam worden voor een dier). De EU sprak zich tien jaar geleden in duidelijke wetgeving uit, onder andere met een verbod op onverdoofd slachten. Europa laat echter expliciet onverdoofd slachten om religieuze redenen wél toe, wanneer het in erkende slachthuizen gebeurt. Dat om tegemoet te komen aan de voorschriften van religieuze gemeenschappen. Ook de jacht bijvoorbeeld blijft buiten schot.
Omdat de gewone slachthuizen de grote vraag rond de periode van het Islamitisch offerfeest niet aankunnen, in het verleden vaak met chaotische toestanden en stress bij mens én dier tot gevolg, werd enkele jaren geleden door de federale regering in samenwerking met lokale overheden een oplossing gevonden: tijdelijk erkende slachtvloeren. De tijdelijke slachtvoeren voldoen in alle facetten aan dezelfde hygiëne-, veiligheids- en dierenwelzijnsvoorwaarden als de “vaste” slachthuizen. Zo is er bijvoorbeeld ook altijd een dierenarts aanwezig, de voedselveiligheidsinspectie, enzovoorts. Die tijdelijke slachtvloeren kwamen tot stand in nauwe samenspraak met moslimgemeenschappen, moskeeën, middenveldorganisaties en lokale besturen.
Goed geregeld, iedereen tevreden zou je denken. Dat is echter buiten minister van Dierenwelzijn Ben Weyts gerekend. Vrijdag bevestigde hij namelijk dat hij onverdoofd slachten op die tijdelijke slachtvloeren niet zal toestaan. Hij beweert daarmee, vreemd genoeg, diezelfde Europese wetgeving uit te voeren.
In de “vaste” slachthuizen mag het onverdoofd slachten van vele honderdduizenden dieren per jaar trouwens wél nog, omwille van de grote economische belangen ... Aangezien de tijdelijke slachtvloeren enkel bestaan voor het vlot laten verlopen van het offerfeest, richt de minister zich met zijn besluit dus ènkel op de moslimgemeenschap.
Triest is ook de manier waarop het besluit van de minister tot stand kwam. De minister gaat compleet voorbij aan onze democratische overlegcultuur waarbij op een evenwichtige wijze rekening wordt gehouden met àlle betrokkenen. Gemeenschappen voor het blok zetten is, voor de duidelijkheid, géén ernstig overleg.
Het besluit houdt evenmin rekening met lokale gemeentebesturen die een soms moeizaam verkregen compromis dat het samenleven prima regelde, onderuit zien halen. Zij zullen de gevolgen op het terrein mogen opknappen, aangezien er gewoon tè weinig erkende slachthuizen zijn... En met slechts vier maanden tot de start van dit religieus feest wordt een oplossing vinden wel bijzonder moeilijk.
De minister gaat bot om met de diversiteit in onze samenleving. De plannen getuigen van weinig respect voor geloofsbeleving. Moslims krijgt bij deze nog maar eens het gevoel dat er met hen weinig rekening wordt gehouden. Dergelijke wetgeving brengt gemeenschappen en mensen op geen enkele manier dichter bij elkaar. Integendeel, het versterkt enkel de polarisatie.
Een minister moet voor oplossingen zorgen in plaats van problemen te creëren. Welk gevoel houden moslims over aan deze pestmaatregel die niets verandert? Het aantal geslachte dieren zal identiek zijn, alleen zal het minder vlot verlopen. Dankzij de minister van Dierenwelzijn.
Jef De Vrij
Voorzitter Internationaal Comité, federatie van etnisch-culturele gemeenschappen
Meer info over IC? Zie www.icvzw.be