Onder het motto ‘Goed advies sla je niet in de wind!’ vroeg beweging.net tijdens de Week van de vrijwilliger 2025 aandacht voor lokale adviesraden. Niet toevallig: bij de start van een nieuwe lokale legislatuur worden adviesraden opnieuw samengesteld, maar tegelijk klinken er ook kritische stemmen. Zijn adviesraden nog wel van deze tijd? Adviesraden krijgen vaak het verwijt dat ze verouderd zijn, weinig representatief of bevolkt door een participatie-elite. Tegelijk duiken almaar nieuwe participatievormen op, vaak op initiatief van lokale politici of burgers.
Samen sterker
Voor beweging.net zijn beide vormen niet tegenstrijdig maar eerder complementair. Adviesraden hebben de troeven in huis om burgerparticipatie sterker te maken: ze hebben expertise, vertegenwoordigen het middenveld en kunnen initiatieven duurzaam verankeren in het beleid. Mits voldoende mensen, middelen en bevoegdheid kunnen ze burgers gericht bevragen, breed mobiliseren én vertalen wat leeft naar gedragen beleidsadvies. Dat versterkt niet alleen het participatie-initiatief, maar ook de adviesraad heeft er bij te winnen. Dat maakt van de adviesraad opnieuw een geloofwaardig en relevant adviesorgaan.
Proeftuinen in elke provincie
Vanuit die visie gaat beweging.net aan de slag met proeftuinen in elke provincie. Samen met het lokale bestuur en een adviesraad gaan we na hoe burgerparticipatie door de adviesraad georganiseerd kan worden en welke lessen we daaruit kunnen trekken.
Wil je meer weten over de Week van de vrijwilliger of burgerparticipatie? Neem dan contact op met bert.vandaele@beweging.net
Lise Allegaert over het belang van adviesraden
Lise Allegaert is doctoraatstudente aan de vakgroep Politieke Wetenschappen van de UGent. Ze onderzoekt hoe adviesraden beleidsrelevant zijn binnen het lokaal bestuur.
Wat is een adviesraad precies? En bestaat er zoiets als dé adviesraad?
“Een adviesraad is een overlegorgaan op lokaal of bovenlokaal niveau. Daarin zitten burgers, experten of vertegenwoordigers van organisaties die het bestuur adviseren over een bepaald beleidsthema, zoals cultuur, jeugd, economie of milieu. Dat kan op vraag van het bestuur of op eigen initiatief. Dé adviesraad bestaat niet. Ze verschillen sterk in opzet, thema, samenstelling en werking. Lokale besturen krijgen bovendien veel vrijheid in hoe ze die invullen. Met bijna 2.900 adviesraden in Vlaanderen en gemiddeld tien per gemeente, is er dus vooral veel variatie.”
Waarom zijn adviesraden ooit opgericht, en hoe zijn ze geëvolueerd?
“Oorspronkelijk hadden ze twee doelen: burgers betrekken bij het beleid én de expertise van het middenveld benutten. Maar door de professionalisering van de ambtenarij en de toegenomen expertise van de lokale besturen, wordt die tweede rol vaker in vraag gesteld. We zien dat veel adviesraden er vandaag nog altijd uitzien zoals vroeger, terwijl de maatschappij wél geëvolueerd is. Burgers engageren zich liever korter en rond specifieke thema’s, en haken sneller af bij langdurige engagementen.”
Een veelgehoorde kritiek is inderdaad dat adviesraden geen weerspiegeling meer zijn van de maatschappij. Hoe kunnen we die evolutie keren?
“Vaak zie je inderdaad dezelfde organisaties en profielen terug: middenklasse, wit en hoger opgeleide mannen. Al zien we ook wel kleinere verschillen per type. Zo zitten er in de jeugdraad voornamelijk jongeren en zijn vrouwen sterk vertegenwoordigd in de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking. Gemeenten kunnen een verschil maken door actief op zoek te gaan naar meer diverse profielen. Daarvoor zijn sociale media, het gemeentemagazine of ook brieven een heel goed medium. Wel blijft enige affiniteit met het onderwerp wel belangrijk om kwaliteitsvol advies te kunnen geven.”
Hebben adviesraden eigenlijk echt impact op het beleid?
“Uit bevragingen blijkt dat veel leden vinden dat hun adviezen wel degelijk worden opgevolgd. Alleen is het bereik vaak beperkt: burgers weten zelden welke adviezen gegeven zijn, of wat ermee gebeurt. Binnen mijn doctoraat onderzoek ik of en hoe adviesraden effectief invloed hebben op beleid en besluitvorming.”
Hoe verhouden adviesraden zich tot nieuwere vormen van burgerparticipatie?
“Omdat adviesraden vaak gezien worden als ‘verouderd’, kregen ze de voorbije jaren minder aandacht, zowel bij lokale besturen als in wetenschappelijk onderzoek. Die aandacht verschoof naar innovatieve vormen van burgerparticipatie, zoals burgerpanels, burgerbudgetten of online bevragingen. Toch blijkt uit onderzoek dat lokale politici net meer vertrouwen hebben in adviesraden. En ondertussen zien we ook weer een groeiende belangstelling. Veel lokale besturen steken adviesraden vandaag in een nieuw jasje: ze snoeien in het aantal, bundelen beleidsthema’s of hervormen de werking. Er beweegt dus iets.”
Voor beweging.net zijn beide vormen complementair. We pleiten er dan ook voor om burgerparticipatie te laten organiseren door de adviesraden. Kan dat werken?
“Absoluut. Adviesraden kunnen zeker een regierol vervullen bij de organisatie van participatie-initiatieven, dankzij hun expertise en duurzame relatie met het lokaal bestuur. Burgerpanels of -bevragingen kunnen ze in goede banen leiden, zeker rond een beleidsthema dat de adviesraad behandelt. De input uit zo’n participatietraject kan dan verwerkt worden in een onderbouwd advies. Door de brede bevraging wordt ook tegemoetgekomen aan de vaak niet-representatieve samenstelling van de adviesraden. Bovendien kan het toekennen van bevoegdheden voor participatie-initiatieven ervoor zorgen dat adviesraden sneller betrokken worden in het besluitvormingsproces, wat hun beleidsimpact kan versterken.”
Tot slot: hoe zie jij de toekomst van adviesraden?
“Ik geloof in hun potentieel als motor voor participatie. De directe link met het bestuur, de continue aandacht voor beleidsthema’s, de expertise en praktijkervaring van burgers, experten en het middenveld zorgen ervoor dat adviesraden tot op vandaag relevant blijven. Maar veel kritieken zijn terecht, dus er is werk aan de winkel: meer diversiteit, duidelijke terugkoppeling, tijdige raadpleging en focus op écht advies. Decretaal verplichte adviesraden, zoals de jeugdraad, blijven wellicht nog even zoals ze zijn. Andere raden moeten zichzelf heruitvinden. Dat gebeurt al: gemeenten bundelen al brede beleidsthema’s (zoals ‘mens’, ‘vrije tijd’ en ‘omgeving’) of werken met een vaste kerngroep én tijdelijke werkgroepen waarin iedereen kan deelnemen. In welke mate de huidige hervormingen erin slagen een nieuwe wind te doen waaien, moet verder onderzoek nog uitwijzen.”

Lise Allegaert is doctoraatsstudente aan de Vakgroep Politieke Wetenschappen van de Universiteit Gent en verbonden aan het Centrum voor Lokale Politiek. Ze doet onderzoek naar adviesraden op lokaal niveau en focust zich daarbij vooral op de beleidsimpact van deze raden. Onlangs publiceerde ze, samen met prof. Tom Verhelst en prof. Koenraad De Ceuninck, het boek ‘Lokale adviesraden: samenstelling, werking en impact’. Onze eigen Lies De Winter schreef het slotwoord van het boek.