Strijd tegen armoede vraagt blijvende inzet
Dit opiniestuk van Nahima Lanjri, mandataris bij beweging.net, verscheen in Knack.
Deze week lanceert Welzijnszorg, de grootste armoedebestrijdingsorganisatie van Vlaanderen en Brussel, de campagne ‘Samen Tegen Armoede. 1 op 7 haalt de meet niet’. De campagne zet structurele armoedebestrijding bovenaan de agenda, want 1 op de 7 mensen in ons land leeft met een inkomen onder de armoedegrens.
Nochtans zou onze samenleving iedereen een leefbaar inkomen moeten kunnen garanderen. Als parlementslid is dat een van mijn grote aandachtspunten. Vorige week nog, bij de bespreking van de beleidsnota Armoedebestrijding, drong ik er bij de staatssecretaris op aan om de sociale minima op te trekken tot aan de Europese armoededrempel. Die ambitie staat ook zo ingeschreven in het regeerakkoord en ik ben blij dat premier Michel die nog een keer herhaalde tijdens zijn jongste State of the Union. Ik laat dit thema niet los. Want elke mens in armoede is er één te veel.
De weg naar een leefbaar inkomen voor iedereen is niet eenvoudig. Deze regering heeft hiervoor al meer geïnvesteerd dat heel wat voorafgaande. Zo is het leefloon voor een gezinshoofd deze legislatuur al met 100 euro toegenomen. De andere uitkeringen en vervangingsinkomens stijgen in dezelfde grootteorde.
Toch zijn we er nog niet. Welzijnszorg heeft dus gelijk om dit tot inzet te maken van haar campagne. In het zomerakkoord maakten we opnieuw middelen vrij om een extra inspanning te leveren. Ikzelf en CD&V blijven aan de kar trekken om onze belofte waar te maken. Wij geven niet op en we geven mensen in armoede niet op. Een inkomen boven de armoedegrens voor iedereen is onverkort onze doelstelling. Onze ministers in de regering blijven dit hoog op de agenda plaatsen. In het parlement liggen mijn wetsvoorstellen om de uitkeringen op te trekken tot aan de Europese armoedegrens klaar. We hebben de meet nog niet gehaald, maar ik wil alvast de sprint inzetten.
Vaak wordt voor armoedebestrijding verwezen naar werk. Alsof dat dé oplossing zou zijn. Laat me duidelijk zijn: het hebben van werk is een belangrijke tool om de strijd aan te gaan tegen armoede. Maar de focus mag niet alleen op werk liggen. Ja, een job hebben is van belang in de strijd tegen armoede. Maar blijkbaar niet voor iedereen. In Vlaanderen leven 600.000 mensen in armoede, van wie 90.000 werkenden en 70.000 werkzoekenden. De rest bestaat uit minderjarigen, gepensioneerde bejaarden en zieken of arbeidsongeschikten. Die mensen kan je niet op de arbeidsmarkt inzetten. Kortom, werk zou voor de grootste groep van die mensen geen remedie tegen armoede zijn. Werken lost dus jammer genoeg niet alles op. Mensen die niet kunnen werken moeten we een leefbaar inkomen kunnen garanderen.
Zo blijft ook het leefloon een springplank. Uit cijfers van de POD Maatschappelijke Integratie blijkt dat bijna 7 op de 10 van de leefloners hoogstens een jaar een beroep moet doen op bijstand, meer dan 4 op de 10 stroomt rechtstreeks door naar werk. We moeten de OCMW’s dus meer middelen geven zodat ze, ondanks het stijgend aantal leefloners, toch dezelfde kwaliteit van begeleiding en ondersteuning kunnen blijven bieden om zo nog meer mensen uit de armoede te helpen.
De strijd tegen armoede vraagt om een blijvende inzet en structurele maatregelen op verschillende domeinen. Denk daarbij aan de garantie op kwaliteitsvolle en betaalbare gezondheidszorg, de automatische toekenning van zoveel mogelijk rechten, bijvoorbeeld de Inkomensgarantie voor Ouderen en het sociaal telefoontarief. Ik pleitte daar al voor in mijn resolutie armoede die op 27 mei 2015 werd goedgekeurd in de Kamer. Ik zal op diezelfde nagel blijven kloppen. Mijn punt daarbij is: op termijn zou armoedebestrijding overbodig moeten zijn. Iedereen moet meekunnen.
Hier kan je mijn resolutie lezen:
http://www.nahima.be/nl/mijn-resolutie-tegen-armoede