Voor beweging.net staat buiten kijf dat het realiseren van een sociale mix in de scholen een absolute prioriteit is. Het is de enige manier om concentratiescholen met een dominantie van leerlingen met socio-economische achterstandskenmerken te vermijden en hen beter te spreiden over alle scholen. Het is een kans voor de jongeren om te leren omgaan met de diversiteit in de samenleving en draagt bij tot hun burgerschapsvorming. Heterogeen samengestelde klassen creëren ook krachtigere leeromgevingen voor alle leerlingen (cfr. Piet Van Avermaet).
Voor het realiseren van deze sociale mix moeten zowel bestaande (bv. de dubbele contingentering) als nieuwe instrumenten worden ingezet. In de LOP-gebieden moeten alle scholen zich loyaal conformeren aan het uitgestippelde beleid.
In het nieuwe decreet verwachten we volgende elementen
- Het realiseren van een sociale mix in scholen is en blijft een uitdrukkelijke doelstelling van het onderwijs;
- Om de sociale mix effectief te realiseren worden alle mogelijke instrumenten ingezet, waaronder de dubbele contingentering;
- Wij pleiten voor een digitaal aanmeldingssysteem waar alle scholen verplicht aan deelnemen;
- Het digitaal aanmeldingssysteem kan zowel op stad- als streekniveau georganiseerd worden;
- De chronologische aanmelding wordt vervangen door een lotingsysteem voor de vrije plaatsen, rekening houdend met de dubbele contingentering of andere instrumenten die men inzet om de sociale mix te realiseren;
- De loting gebeurt vooreerst tussen de ouders die de school als eerste keuze hebben opgegeven, de overblijvende plaatsen worden verloot tussen de ouders die de school als tweede keuze hebben opgegeven, ... ;
- Een bevestiging van het Lokaal Overlegplatform als forum om de sociale mix te helpen bewaken en de stem van de verschillende doelgroepen in de samenleving te laten weerklinken;
- Los van het inschrijvingsrecht is het absoluut noodzakelijk dat er geïnvesteerd wordt in extra capaciteit in steden met een capaciteitsprobleem.
ACHTERGROND
1 Wat zegt regeerakkoord en beleidsnota hierover?
Het Vlaamse Regeerakkoord 2014-2019 is duidelijk in de ambitie rond het inschrijvingsrecht: een nieuwe en eenvoudige regeling voor schoolinschrijvingen, die de keuzevrijheid van de ouders maximaliseert, een oplossing voor de dubbele inschrijvingen en een eigen kader voor het inschrijvingsrecht in het buitengewoon onderwijs.
De Beleidsnota Onderwijs expliciteert dat het nieuwe decretale kader zal ontwikkeld worden in overleg met de stakeholders. Vereenvoudiging en keuzevrijheid van de ouders vormen de leidraad doorheen dat proces.
2 Wat is de huidige regelgeving?
Zowel in het basisonderwijs, als in het secundair onderwijs:
- De scholen moeten aan het begin van het schooljaar de capaciteit vaststellen en communiceren aan de ouders en aan de andere scholen.
- De inschrijvingsperiode voor kleuter – of basisonderwijs mag al in september starten. Voor eerste jaar secundair onderwijs na de kerstvakantie.
- De voorrangsgroepen zijn wettelijk bepaald: er is altijd voorrang voor broers en zussen en voorrang voor kinderen van personeel. In Brussel is er ook voorrang voor Nederlandstalige kinderen en in de LOP-gebieden moet er gewerkt worden met indicator- en niet-indicator leerlingen. Buiten de LOP-gebieden is dit niet verplicht.
- Het basisprincipe is dat de inschrijving chronologisch gebeurt, ook binnen de voorrangsgroepen (eerst komt, eerst maalt).
- Als de inschrijvingsperiode voor voorrangsgroepen is afgesloten, start de vrije inschrijvingsperiode. De resterende capaciteit wordt duidelijk gecommuniceerd.
- De voorrangsperiode en de vrije inschrijvingsperiode mogen buiten de LOP-gebieden ook samen genomen worden op voorwaarde dat geen enkele leerling geweigerd zal worden.
- Elke school is, i.f.v. haar capaciteit, ook verplicht een aantal plaatsen voor anderstalige nieuwkomers te reserveren.
- De inschrijving verloopt altijd chronologisch via registerblad.
- Indicatorleerlingen zijn leerlingen waarvan de moeder niet in het bezit is van een diploma secundair onderwijs of leerlingen die recht hebben op een schooltoelage.
- Bij het bepalen van de contingenten mag het schoolbestuur rekening houden met de relatieve aanwezigheid. Het schoolbestuur mag echter ook met andere elementen dan de relatieve aanwezigheid rekening houden (het aandeel indicatorleerlingen dat in de buurt woont, leerlingenstromen tussen deelgebieden, enz.). Doelstelling van de dubbele contingentering moet altijd zijn de sociale mix in de scholen en vestigingsplaatsen te versterken en segregatie te vermijden of te doorbreken.
- De contingenten worden meegedeeld aan alle belanghebbenden.
- De school vult beide contingenten op, chronologisch. Het contingent dat tijdens de inschrijvingsperiode niet volledig opgevuld geraakt, mag verder aangevuld worden met leerlingen uit de doelgroep van het andere contingent.
- Tijdens de vrije inschrijvingsperiode moeten de scholen geen rekening meer houden met de verschillende voorrangsgroepen.
3 Wat zijn de knelpunten?
- Niet alle scholen doen mee met de digitale inschrijvingen, dus kamperen blijft in sommige scholen de praktijk. Terwijl er positieve ervaringen zijn in steden die wel met digitale inschrijvingssystemen werken.
- De schaarste aan plaatsen in sommige steden en (populaire) scholen is de laatste jaren verscherpt door stijgende leerlingenpopulatie.
- De sociale mix in elke school wordt niet door alle actoren in Vlaanderen gedragen (ideologische verschillen).
- Het operationaliseren van een inschrijvingssysteem vergt veel overleg tussen scholen en binnen LOP.
- Elke stad of LOP heeft zijn eigen systeem ontwikkeld, niet altijd zeer transparant.
- Gent: voor de invulling van vrije plekken in scholen worden niet alleen de leerlingen die de school als 1ste keuze hebben opgegeven meegenomen, maar ook de leerlingen die de school als 2de, 3de ,.. keuze hebben opgegeven wat tot toestanden leidt waarin ouders telkens hun school van 2de keuze krijgen, maar niet mogen omruilen. De parameters in het algoritme zijn niet duidelijk.
4 Welk voorstel ligt op tafel?
Het parlement heeft na diverse hoorzittingen en parlementaire vergaderingen een conceptnota uitgewerkt waarin ze duidelijk een centraal inschrijvingssysteem naar voren schuift dat eenvoudig en transparant is: alle scholen van het basisonderwijs en alle scholen van het secundair onderwijs moeten meedoen, inschrijvingen gebeuren allemaal in dezelfde periode (liefst zo laat mogelijk op het jaar).
Verschillende elementen in het voorstel:
- Één centraal aanmeldingsregister voor heel Vlaanderen.
- Één gemeenschappelijke, brede aanmeldingsperiode.
- Inschrijving op basis van voorkeur van de ouders: de vrije schoolkeuze blijft het eerste leidend principe.
- Na de digitale aanmelding volgt een feitelijke inschrijving in de geselecteerde school.
- Wanneer er meer leerlingen aangemeld zijn, dan beschikbare plaatsen, wordt geloot.
Voordelen
- Laat één heldere communicatie toe naar alle ouders.
- Objectivering van het aanmeldings- en inschrijvingsgebeuren.
- Eerlijke verdeling van de plaatsen (ad random wanneer vraag groter is dan aanbod).
- Kamperen niet meer nodig, minder stress voor het inschrijvingsproces.
- Het digitaal aanmeldingsregister kunnen scholen ook eventueel als inschrijvingsregister gebruiken.
- Geen dubbele inschrijvingen meer, die carrousel van in- en uitschrijvingen tot gevolg had.
- Makkelijk toepasbaar en controleerbaar systeem.
- Betere afstemming tussen inschrijvingsbeleid in Nederlandstalige scholen in Brussel met deze van de rand.
5 Welk voorrangsbeleid wordt aangehouden?
- Voorrang voor Nederlandstaligen in Brussel om zich in te schrijven in een Nederlandstalige school.
- Voorrang voor broers en zussen.
- Voorrang voor kinderen van personeelsleden.
De politieke discussie draait rond de vraag of er ook voorrang moet worden verleend aan:
- kinderen uit de buurt (nabijheid) van een (lagere) school
- aan kinderen met socio-economische achterstelling
- aan kinderen die lager onderwijs hebben gevolgd binnen dezelfde scholengroep als de secundaire school (campusvoorrang).
Ten gronde stelt zich de (ideologische) vraag of men moet streven naar een sociale mix in de scholen, dan wel het voortbestaan van ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen moet aanvaarden.
6 Waarom sociale mix in elke school?
- Scholen zijn leerplek voor het samenleven. Ook de samenleving wordt diverser.
- Vermijden van concentratiescholen met een te groot aandeel van kansarme leerlingen, zijnde leerlingen met een socio-economische achterstand.
- Vermijden van ‘witte’ concentratiescholen met een te groot aandeel kansrijke leerlingen, zeker wanneer deze gelegen zijn in een buurt met relatief veel kansarme leerlingen.
- Leren omgaan met mensen met een andere achtergrond heeft meerwaarde.
- Meer leerwinst voor alle leerlingen in gemengde scholen.
- Ook kinderen uit kansarmere milieus hebben recht om naar school van eerste keuze te gaan, maar kennen vandaag niet altijd de kanalen om er binnen te geraken of worden door de dominante cultuur van een school bewust of onbewust ‘ontmoedigd’.
- Sterk lift-effect voor kinderen uit kansarme milieus.
7 Hoe sociale mix realiseren?
Het realiseren van een sociale mix is geen evidentie en loopt niet vanzelf. Als men dit als beleidsprincipe naar voren schuift, moet men ook de nodige instrumenten inzetten om dit te realiseren. Vandaag is er slechts één instrument gekend, met name dubbele contingentering, dat ook effectief resultaten kan voorleggen. Deze dubbele contingentering is enkel relevant in scholen met een tekort aan plaatsen of in concentratiescholen (met een dominante aanwezigheid van één socio-economische bevolkingsgroep).
De ervaring in Gent leert dat het werken aan sociale mix via de dubbele contingentering ook effectief rendeert. De scholen zijn er gemengder geworden: de ‘witte’ scholen zijn meer gekleurd geworden, de ‘zwarte’ scholen zijn minder gekleurd geworden. De ervaring in Antwerpen geeft aan dat het realiseren van een sociale mix moeilijker loopt doordat in een aantal scholen alle vrije plaatsen al ingevuld zijn door broers en zussen, waardoor de dubbele contingentering niet kan spelen. Enkel het uitbreiden van de capaciteit in deze scholen kan daaraan verhelpen.