Het einde van de zomervakantie. Het is mooi geweest, warm geweest, fijn geweest. Ik hoop oprecht dat het voor elk van ons ongeveer de samenvatting is van de voorbije vakantiemaanden.
Naast vreedzame, deugddoende rust, keken we met z’n allen vertederd naar het pas geboren baby-olifantje Qiyo, in het dierenpark Planckendael. We werden ook geraakt door gevoelige televisie, zoals Radio Gaga, echt een aanrader.
Maar hoe lieflijk het olifantje ook is, hoe vertederend en pakkend Radio Gaga ook is, en hoezeer ik hoop dat iedereen een deugddoende vakantie had, toch had ik hier liever geschreven dat we werden opgeschrikt door de kille realiteit van massale mensenvlucht. Ik had graag geschreven dat we in koor riepen ‘dat nooit meer’ na de ontdekking van 71 doden in een koelwagen. Dat we vanaf nu daadkrachtig optreden wanneer weer eens een boot kapseist. Dat we een lange termijnplan ontvouwen voor de miljoenen mensen op de vlucht, zonder dak boven hun hoofd.
Niets van dat, als je sommige commentaren hoort. ‘Niet ons probleem, het absorptievermogen is bereikt’, alsof niet genoeg is aangetoond dat het westen boter op het hoofd heeft, zeker wat betreft klimaatverandering, maar ook wat betreft wapenverkoop, lokale conflicten en armoede in de wereld.
We aanvaarden zelfs gasaanvallen en de wreedste gruwel. Allemaal redenen waarvoor meer dan ooit mensen op de vlucht zijn, zoals ook meer dan twee miljoen Belgen op de vlucht waren tijdens de Eerste Wereldoorlog. Mensen op de vlucht willen weg van waar ze geen kansen hebben of krijgen. Ze staan bij daglicht aan onze voordeur, ze staan niet in het donker aan de achterdeur. Ze willen praten, ontvangen worden, bekijken hoe we samen een oplossing vinden voor de problemen. Hoe kunnen we daar stil of koel bij blijven?
Wie kan langs de ene kant onbewogen blijven bij zoveel menselijk leed, en langs de andere kant geraakt worden door gevoelige televisie als Radio Gaga, of de geboorte van een baby-olifantje?