fbpx
kies regio:

De marsrichting voor het middenveld na 26 mei

De stembusgang van 26 mei werpt een lange schaduw vooruit. De politiek kijkt diep in het eigen hart en beraadt zich over waar ze de voeling met een groot deel van de bevolking verloren is. Ook het middenveld doet aan introspectie.

Het is het moment voor Peter Wouters, twee jaar in zijn mandaat als voorzitter van Beweging.net, om terug te grijpen naar zijn reflexen van aikidoka: de energie van de samenleving voelen en aanwenden. “De politiek kan zich nu alleen maar bescheiden opstellen tegenover de bevolking en zeggen: ‘Ik snap dat we iets gemist hebben, kom ons helpen.”

Peter Wouters - Wascabi© foto: Sophie Nuytten

Een nieuw nulpunt na de schok

Toen we u twee jaar geleden, aan de vooravond van uw voorzitterschap van Beweging.net, interviewden, zei u dat u ging terechtkomen in een andere wereld met andere spelers. Is het geworden wat u ervan verwacht had?

“Het is van bij de start langzamer gegaan dan ik had gedacht. Het heeft langer geduurd om greep te krijgen op de context waar ik in terechtgekomen was. Zo had de selectiecommissie me gevraagd om de foto van de beweging sinds 2014 te maken en dan, in 2018, wanneer ik een jaar bezig was, deze foto te finetunen. Pas nu, een jaar later, heb ik tijdens de algemene vergadering mijn project ingediend om een actualisering van de werking op te starten.”

Heeft dat te maken met de complexiteit van Beweging.net?

“Zeker, maar ook met wat voorgrond en achtergrond is, wat je ziet en wat je niet ziet, en met de weg die we zelf als beweging hebben afgelegd. In 2014 is er die belangrijke overgang geweest van ACW naar Beweging.net. Verschillende groepen in huis zoeken nog steeds hoe ze dat nu moeten begrijpen. De ene groep vindt dat ze teveel vrijheid heeft, de andere te weinig. De ene zegt dat de partners te veel de leiding hebben, de andere vraagt zich af wanneer de partners hun engagementen gaan nakomen.

Ondertussen is de CM zich aan het omvormen tot een gezondheidsfonds en dat heeft een grote impact op de organisatie. Het ACV heeft vijf jaar zwaar oppositie gevoerd tegen het regeringsbeleid. Naast puur vakbondswerk hebben ze ook een meer politieke rol opgenomen en dat heeft de organisatie getekend. En dan was er de verrassende ontmoeting met het kleine en het grote spel van de politiek.”

De samenstellende delen van de beweging zijn in transitie, de beweging zelf is in transitie, in de samenleving rommelt het. Dat vraagt tijd en energie om dat allemaal te behappen. Hebt u het gevoel dat u daarbij kan doen wat er volgens u moet gebeuren, of is de prijs van de democratie hoog?

“Er is een hoge prijs voor de democratie. Maar ik betaal die graag. Ik heb vroeger aan gevechtssport gedaan. Je hebt twee strekkingen: de aikidoka plaatst zich in een proces van energie en probeert daar gebruik van te maken, terwijl de karateka zijn energie stopt en pareert. Als ik een karateka was geweest, zou ik na twee maanden mijn foto al hebben gelegd: ‘zo doen we het’.

Maar ik was een aikidoka. Ik wil van de energie van de democratie gebruikmaken. Het is ook ons lot. Als netwerkorganisatie moet je op die golf surfen, anders kan je je ontwikkeling niet verantwoorden. In die zin zijn we kwetsbaar, want soms is die golf groot en soms is ze ver te zoeken.”

Uw leiderschapsstijl is er dus een van aanvoelen wat leeft en zien hoe u daarmee kan werken, eerder dan van proactief een eigen plan opleggen?

“Dat is ook deels de logica van mijn functie. Ik sta buiten het spel van onze partners, maar ik ben wel bereikbaar en aanspreekbaar. Doordat ik al die contacten combineer wordt mijn functie interessant. Het loont de moeite voor partners om te komen, omdat we samen informatie vinden die ze alleen niet zomaar vastkrijgen. Dat zijn soms kleine dingen, maar de gevolgen kunnen groot zijn.”

U zit in een goede positie om de verhouding tussen middenveld en politiek te overschouwen. De recente verkiezingen hebben schokgolven door de samenleving en ongetwijfeld door dit huis gejaagd. Wat betekenen ze voor de maatschappij en voor uw organisatie?

“We hadden een verwittiging gehad in oktober. De extrapolatie van de provincieraadsverkiezingen toen is ongeveer uitgekomen. Deze verkiezingen zijn slecht nieuws. Maar was dit een ruk naar rechts? Ik weet dat niet. Voor mij is Vlaams Belang geen rechtse partij, wel een populistische partij. De N-VA is een text-book rechtse partij. Vlaams Belang daarentegen voldoet aan de drie grote voorwaarden om populistisch genoemd te worden.

Dat betekent dus dat we geen ruk naar rechts gekregen hebben, wel een ‘foert’. Alles wat genuanceerder sprak of in de meerderheid zat heeft slaag gekregen. De N-VA is bijna 300.000 stemmen kwijt. Dat is een leger! 180.000 voor CD&V, 80.000 voor Open VLD, 150.000 voor Sp.a.”

Die foert is een foert waartegen? Het establishment? Het feit dat mensen moeilijker rondkomen? Algemene onvrede? Migratie?

“Ik heb er voor mezelf een paar interessante cijfers uit geplukt: 360.000 mensen mochten voor het eerst gaan stemmen. 60.000 van hen stemden Groen, de helft van die 360.000 stemmen ging naar Vlaams Belang. Als dat over vijf jaar nog eens gebeurt, hebben we een deciel dat op die manier oud gaat worden. Dat is verschrikkelijk slecht nieuws. Hoe verklaar ik die uitslag? De digitale verzuiling, bij gebrek aan een beter woord.

Er is een groep mensen die hun leven organiseren via de tablet of de smartphone en wat zij te zien krijgen, wordt volledig bepaald door algoritmes die traditionele partijen niet bespelen. Ik ga daar voor het succes van het Vlaams Belang niet meer achter zoeken. Ik kom veel jonge mensen tegen. Ik kan niet zeggen dat er geen engagement is. Ik kan wel zeggen dat op de toestellen van die jonge mensen sommige partijen aanwezig en andere afwezig waren. Dat is een signaal, ook voor de sociale beweging. Want die zit ook niet op die media.”

Op de toestellen van die jonge mensen waren sommige partijen aanwezig en andere afwezig. Dat is een signaal, ook voor de sociale beweging. Want die zit ook niet op die media.

In welke mate ondermijnen sociale media het functioneren van het middenveld en verdringen ze de klassieke maatschappelijke dialoog? Hoe komen we terug tot een evenwicht tussen online- en offlinedebat?

“De sociale media zijn niet een heel andere wereld, ze zijn wel een andere inrijpoort. De jonge mensen die ik ontmoet, debatteren over dezelfde vraagstukken als wij. Ik zie wel verschillen op andere vlakken. Jongeren krijgen nauwelijks nog voorbeelden van leefvormen voorgeschoteld die de normen voor de samenleving bepalen. Het engagement van jongeren is vluchtiger, vloeibaarder, waardoor ze minder tijd hebben om belendende thema’s mee te pakken in hun organisaties.

Hun thema’s – fijn stof of veilig verkeer – zijn relevant, maar ze werken doelgericht. Dat verarmt het maatschappelijk debat. Het was een kwestie van tijd voor je dat ook in de verkiezingsuitslag weerspiegeld zou zien. Die maatschappelijke normen zijn geen criteria meer om keuzes te maken, ook niet in het stemhokje.

Als sociale beweging hebben wij altijd ingezet op twee componenten: onze dienstverlening en de solidariteitsmechanismen die daarmee gepaard gaan, en de relaties tussen mensen die elkaar over sociale verschillen heen ontmoeten. Dat blijft de bedoeling. Maar moeten we dat blijven doen in grote groepen? En wat kan deze groepen vervangen? De tijd van automatisch lidmaatschap, op basis van een ideologische positionering, is voorbij. Let wel, er is heel veel engagement dat zich zelfstandig organiseert.”

Moet Beweging.net dat meer richting geven?

“Veel van onze sociale organisaties of mensen in die sociale organisaties zijn de motor van nieuwe engagementen. Bij de klimaatbetogers bijvoorbeeld waren het vanaf week twee ACV’ers die de betogingen mee organiseerden, een week later waren de gepensioneerden daar in stilte. Het was het middenveld dat de structuren leverde, zodat die betogingen konden doorgaan. Zo heb je veel voorbeelden van kleine en grote initiatieven waar onze vrijwilligers opduiken.

Daarnaast heb je een niet te onderschatten groep mensen die zich gewoon willen engageren voor de kwestie die op dat moment voorligt. Ik ben blij verrast dat er bij De Federatie nu een poot burgerschapsorganisaties is. We zien dat ook in onze organisaties gebeuren. Bij Samana bijvoorbeeld sluiten lokale zorggroepen aan die onder eigen naam, als aparte thematische groep, onder die vleugels willen werken. Je ziet hetzelfde gebeuren bij Pasar of het ACV, dat begonnen is met United Freelancers – de Ubers, de Deliveroos van deze wereld.

Je ziet overal pogingen om structuur te geven aan initiatieven die toonbeelden zijn van de nieuwe stijl. Dat is goed nieuws. Maar onze organisaties zijn nog niet gericht op de instrumenten die deze nieuw geëngageerde mensen hanteren.”

De drie klassieke partijen hebben het niet goed gedaan in deze stembusgang. Ze hebben de voeling verloren met de bevolking, luidt de analyse. Het sociaal-culturele middenveld slaagt er wel nog in, op zijn manier, om die kloof te overbruggen. Wat kan de politiek leren van het middenveld?

“In 2018 was het tien jaar geleden dat de financiële crisis begon. De New York Times publiceerde toen een groot verhaal dat – vrij vertaald – stelde dat regeringen de banken hebben gered met het geld van de bevolking, en de bevolking het ze nooit vergeven heeft. Dat is zo als je in de portemonnee van mensen zit. Wij hebben de voorbije vijf jaar allemaal de prijs betaald voor deze crisis, met een regering die moest zoeken hoe ze de motor weer aan de praat kreeg.

Ik denk dat wij onderschatten hoeveel boosheid die financiële en economische crisis heeft nagelaten. ‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard’, luidt het spreekwoord. En dat is zo. De politiek is er niet in geslaagd om die grote pijn te genezen. Dat is volgens mij een sleutelmoment geweest in heel Europa, waar nu te weinig naar gekeken wordt om dat vertrouwen terug te winnen. Het is opnieuw de bevolking overtuigen dat je het als politieke overheid niet slecht met ze voor hebt.”

Heeft het ook definitief de onmacht van de politiek tegenover de financiële wereld blootgelegd? Het gevoel gevoed dat het niet uitmaakt op wie je stemt, omdat de beslissingen elders worden genomen?

“Dat speelt zeker mee. Al zal je dat op de straat niet van mensen horen. Zij uiten vooral hun ongenoegen over de flexibilisering, de loonvorming, de vergoedingen wanneer er iets verkeerd gaat in hun leven. Over het feit dat zij voortdurend de prijs betalen aan datzelfde systeem.”

En daar kwam een vluchtelingencrisis bovenop. Hebt u het gevoel dat mensen hun onvrede richten op verkeerde groepen in de samenleving?

“Weet je, in 2010 werkte ik mee aan het onderzoek over sociale cohesie op het platteland. We zagen toen dat witte mannen die als inwijkeling in een plattelandsgemeente kwamen wonen dezelfde nadelen ervaarden als migranten die het land binnenkomen. Dat is hetzelfde mechanisme. In beide gevallen is dat een ‘vremde’, die niet moet komen zeggen wat ‘wij’ moeten doen.

Binnengeraken betekent met andere woorden mee aan tafel geraken. Zodra je daar zit, mag je meedoen. Hebben wij ons instroombeleid met voldoende energie ontwikkeld, zodat mensen zo snel mogelijk in allerhande structuren konden meedoen? Ik denk dat we veel meer hadden moeten doen, ook in onze organisaties. We zijn niet voluntaristisch genoeg geweest. We hebben de angst van de bevolking als leidraad gebruikt in plaats van de opdracht voor integratie.”

Ik denk dat wij onderschatten hoeveel boosheid die financiële en economische crisis heeft nagelaten. De politiek is er niet in geslaagd om die grote pijn te genezen.

De perceptie leeft bij mensen dat migranten freeloaders zijn die komen meesurfen op het socialezekerheidssysteem dat ‘wij’ hebben opgebouwd.

“Je moet daar een verhaal tegenover zetten. In Knack is een artikel verschenen over de opbrengst van migratie. Over een decennium bekeken is de balans positief. De voorbije tien jaar is ons BBP gestegen met 0,5% door migratie. Twee en een half miljard euro. Dat is wel wat geld. Je moet actief kijken naar migratie.

Demografisch is er behoefte aan instroom. Wel, organiseer die mix in de immigratie zelf, zoals je die in de sociale woningen organiseert om daar rust te organiseren onder bewoners. Een gemengde groep, met moeilijke en gemakkelijke gevallen, met arme en rijke mensen, met vluchtelingen en hoogopgeleide immigranten. Dan is die migratiestroom globaal positief.”

Dat tegenverhaal komt er niet?

“Je moet vanuit de overheid met gezag zeggen dat je het aankan. Maar als gezaghebbende figuren hard gaan roepen dat deze migranten probleemgroepen zijn, dan worden dat natuurlijk probleem-groepen. Ik ben ervan overtuigd dat heel veel samenlevingsvraagstukken vandaag gecultiveerd zijn door de toelaatbaarheid waarmee mensen zich daar over uitspreken. Dat taalgebruik is een probleem.”

Krijgen jullie van de professionals die vrijwilligers van lokale groepen begeleiden signalen dat zij die spanningen ook aangeven, dat zij niet goed weten hoe ze hiermee moeten omgaan?

“Onze militanten in de vakbeweging, in de sociale en de sociaal-culturele organisaties zeggen allemaal dat het niet gemakkelijk is om in een debat de nuance naar voren te brengen. Het ontbreekt ons aan goede cijfers, aan voorbeelden die de achterliggende mechanismen op een heldere manier blootleggen. En het is bon ton om te zeggen dat het een probleem is als je het niet eenvoudig kan uitleggen.”

Is het de rol van het middenveld om dat in evenwicht te brengen?

“Ja. Maar het middenveld is niet alleen van links of van het centrum. Het middenveld is van iedereen. Er is veel dynamiek van organisaties die rechtse ideeën verzamelen. Ik kan veel meningen verdragen. Een middenveldgroep moet zich niet inhouden omdat zijn gedacht het mijne niet is. Zolang ze fatsoenlijk zijn. En dat betekent dat iedereen erbij moet mogen zijn.”

Sociale media bereiken veel mensen, maar ze zijn eigenlijk een optelsom van individuele meningen. Ze doen de stap niet die het middenveld wel doet, naar het kneden van die meningen naar het algemeen belang, het aanbrengen van nuance en veilen van scherpe kantjes.

“Ik heb toevallig morgen een afspraak met de mensen die De Grote Dialoog in Frankrijk hebben georganiseerd. Ze hadden mijn speech op Rerum Novarum gezien, met mijn pleidooi voor een grote dialoog op kleine plaatsen, en vroegen of ik niet kwam luisteren naar de resultaten van hun 720.000 meningen en 160.000 gesprekken. Ik vraag mij af of onze overheid niet op een bepaald moment een nieuw nulpunt moet creëren. Zeggen tegen burgers: we gaan je rond de tafel brengen, ook al heb je geen ervaring, en we gaan luisteren.”

Welke rol ziet u in die “grote dialoog op kleine plaatsen” voor het middenveld weggelegd?

“Je moet diep in de samenleving duiken. Van Bart Brandsma (filosoof, red.) heb ik geleerd dat je bij polarisatie niet op zoek moet gaan naar bemiddeling, maar dat je de onderliggende kwestie moet bevragen. Waar gaat de polarisatie over en welk belang delen beide kanten? Onder kwesties liggen principes verscholen waar je het samen over kan hebben. Daar ligt de democratie. Die principes zijn te vatten in heldere uitspraken waar je meningen kan rond verzamelen. Ik hoop dat wie ook een regering vormt zich voldoende geïrriteerd weet door de verkiezingsuitslag om zo’n risicovol project te ontwikkelen.”

Wat moet de nieuwe premier doen? Aankondigen dat hij de connnectie opnieuw wil organiseren. Al spreekt die premier Frans. Al is hij of zij van een partij waar ik geen fan van ben. Als die dát zegt, doe ik mee.

Ecolo lanceerde het spoor van een minderheidsregering met de steun van het middenveld. Denkt u in die richting?

“Wat moet de nieuwe premier eigenlijk doen? Eerlijk zeggen dat hij of zij geschrokken is van de uitslag, van het feit dat bijna 800.000 mensen zijn gaan lopen van het huidige beleid. Eerlijk toegeven dat ze gedeconnecteerd zijn van de kwesties waar mensen bezorgd over zijn. En aankondigen een start te willen maken om die connnectie opnieuw te organiseren. De premier kan een mechanisme installeren om dit, samen met partners, te verwezenlijken en iedereen oproepen om mee te doen. Mensen verzekeren dat daar tijd voor zal genomen worden, dat de premier zal luisteren, en tot dan het beleid zoveel mogelijk on hold zetten.

Ik zou dat toejuichen. Al spreekt die premier Frans. Al is hij of zij van een partij waar ik geen fan van ben. Als die dát zegt, doe ik mee, en ik hoop velen met mij. Met zo’n grote dialoog organiseer je al die individuele meningen tot een gesprek. We weten ondertussen welke valkuilen we moeten vermijden als we dergelijke oefeningen organiseren. Het is alle hens aan dek, vanuit een bescheiden positie, want je moet beseffen dat je een hele hoop mensen niet meer bereikt en net die moet je mee aan tafel hebben. Je mag niet eindigen met de usual suspects.”

Dat is inderdaad een valkuil. Dat zag je ook in Frankrijk, mensen die ondertussen zo’n diepgeworteld wantrouwen hebben voor alles wat naar politiek en beleid ruikt, dat ze die oefening bij voorbaat nutteloos vinden.

“Je kan je alleen maar bescheiden opstellen. Als je nu zegt: ‘ik heb het zelf wel begrepen en ik doe mijn ding’, dan weet ik niet of je ook maar één stap vooruit hebt gezet.”

Tot slot, welke lijnen zet u zelf uit voor Beweging.net de komende jaren?

“Het is niet de bedoeling om onze twaalf fundamentele doelstellingen te herwerken. Er is wel een vraag om de focus binnen die twaalf doelstellingen te herleggen naar de maatschappelijke kwesties van vandaag. Er zijn ook partners die aansluiting willen vinden bij onze oorspronkelijke missie van christelijke werknemersgroep. Femma bijvoorbeeld met de 30-urenweek en de combinatie arbeid en gezin. Er is de vraag om meer te sturen dan we gedaan hebben. En om aandacht te hebben voor de aversie van groepen en mensen tegenover elkaar.

Die thema’s zullen meer onze aandacht krijgen. We doen dat best in een structuur die nog simpeler is, zodat de machine vlotter loopt en partners de kans hebben om op het juiste moment in te stappen. We moeten ons anders gaan organiseren, zodat we al die interessante en vernieuwende signalen oppikken en die ontwikkelingen kunnen ondersteunen. Tot slot willen we zelf meer wegen op het beleid. Met maatschappelijk verantwoorde zorg hadden we een stevig dossier in handen waarmee we veel invloed gehad hebben in de regering.

We waren wat vergeten dat wij ook een kenniscentrum zijn, en niet alleen maar een lobbymachine. Met kennis doe je eigenlijk het beste lobbywerk. Die kracht moeten we inzetten.”

Bron: Wascabi 2019 - www.defederatie.org

  Deze website werd mede mogelijk gemaakt door
Belfius Bank VDK bank Logo DVV

Wij gebruiken cookies

Wij gebruiken cookies op onze website. Sommige zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl andere ons helpen om de site en de gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.