Met Femma publiceerden we in 2014 een trendrapport . In dit rapport gaven we weer hoe we als sociaal-culturele vrouwenorganisatie, geworteld in een lange traditie, inspelen op een snel veranderende samenleving. Naar aanleiding van Rerum Novarum borduren we verder op een aantal van deze trends en leggen we linken naar de tijd van Maria Baers, de founding mother van onze vrouwenbeweging. Omdat we veel kunnen leren uit het verleden en omdat er nog zoveel eisen van toen brandend actueel zijn. De geschiedenis als een bron van inspiratie. We beschrijven 6 trends van meer dan 100 jaar geleden en leggen parallellen met de tendensen anno 2016.
Trend 1: Mens erger je!
1891: de encycliek roept op tot katholieke, sociale actie
Leo XIII publiceert Rerum Novarum in 1891. Het is een encycliek over het arbeidersvraagstuk, en dus over de armen en de verschrikkelijke toestand waarin de industrialisatie vele mensen had gebracht. Vanuit verontwaardiging en sociale bewogenheid roept de paus op tot katholieke sociale actie. Leo XIII schrijft de encycliek toen kinderen geen woord konden lezen of schrijven en dag in dag uit in de fabriek de gevaarlijkste klussen deden. Toen ouders, die met lijf en leden aan de fabriek waren vastgeklonken, geen ander leven kenden en gemiddeld 46 jaar oud werden, maar vaak jonger overleden.
Ook ene Maria Baers uit Antwerpen ziet de vreselijke gevolgen van de industrialisering voor het arbeidersmilieu. De encycliek van Leo VIII zet haar aan tot sociale actie. In 1908 engageert ze zich in de lokale vrouwenwerking van de Sint-Michielsparochie in Antwerpen. Daar doet ze syndicale ervaring op in drie verschillende vrouwenvakbonden (van de naaldwerksters, van de bedienden en van de fabrieksarbeidsters). Ze veroordeelt resoluut de armoedige leef- en werkomstandigheden van de arbeid(st)ers. Ze is verontwaardigd en wil de moderne wereld veroveren: "Volgens mijn mening, hebben de vrouwen een grote rol te spelen in de op te bouwen wereld." Baers slaagt erin een brede katholieke vrouwenbeweging op poten te zetten, die professionele vorming en syndicaal werk aanbiedt, maar ook sociale, religieuze, educatieve en culturele initiatieven ontplooit.
Ook Maria Baers zag de vreselijke gevolgen van de industrialisering voor het arbeidersmilieu, veroordeelde resoluut de armoedige leef- en werkomstandigheden van de arbeid(st)ers en wou de moderne wereld veroveren: "Volgens mijn mening, hebben de vrouwen een grote rol te spelen in de op te bouwen wereld.
2016: het middenveld neemt positie in
Anno 2016 zijn de werk- en levensomstandigheden van arbeiders en werknemers verbeterd. Ook de positie van de vrouw is er sterk op vooruit gegaan. Toch staat de samenleving erg onder druk. De ongelijkheid in inkomen en bezit groeit, zowel tussen als binnen landen en wereldwijd . Wie denkt dat Europeanen de vruchten van hun economie eerlijker verdelen, heeft het mis: de Europese ongelijkheid is bijna zo groot als aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. In België loopt 20% van de bevolking een risico op armoede en uitsluiting. Bij inwoners van een andere nationaliteit dan de Belgische is dat bijna 70%. Zelfs het Wereld Economisch Forum (WEF) erkent in haar Global Risk Report dat groeiende ongelijkheid een van de grootste risicofactoren in de wereld is . Het klimaat is op drift. Onze planeet is ziek en bijna uitgeput. Ons geglobaliseerd model van produceren en consumeren is niet vol te houden. Niet sociaal, niet economisch, niet qua grondstoffengebruik en milieu. Niet alleen de aarde en onze economie, maar ook mensen botsen tegen grenzen aan. Als gemeenschap zijn we welvarender dan ooit, maar dat betekent niet dat we zoveel gelukkiger zijn.
Figuren als Maria Baers inspireren in de discussie over de positionering van het middenveld. Essentiële vragen zijn of het middenveld nog wel aan politiek doet en of het middenveld (co-)architect of eerder (onder)aannemer van het beleid is. Sociaal-culturele initiatieven kunnen (speel)ruimte creëren voor ontmoetingen en experimenten, maar ook voor reflectie en sociale actie. Binnen de samenleving en het sociaal-cultureel volwassenenwerk groeit het verlangen om positie in te nemen en ruimte te creëren om mee te schrijven aan de toekomst. Maar hoe doe je dat: mee de pen vasthouden om de contouren van een nieuwe samenleving uit te tekenen? Verontwaardiging alleen is niet genoeg. Het gaat ook om visie ontwikkelen en om de moed om een standpunt in te nemen. In alle vrijheid en met een frisse blik op de toekomst. Denk terug aan Maria Baers en andere sterke vrouwen die ijverden voor stemrecht, het recht op abortus of het recht om als getrouwde vrouw te werken. Alles begon met een droom die eerst onmogelijk leek, maar die later de stoutste verwachtingen oversteeg. Onze beweging stond toen op de barricaden en zorgde voor een wezenlijke verandering in het leven van vrouwen en mannen in de straat.
We moeten onze dromen koesteren en de moed hebben om met nieuwe ogen te kijken naar hoe we leven. Beeld je eens in hoe je leven of dat van je gezin eruit zou zien als een 30-urige werkweek het nieuwe voltijds zou zijn. Stel je voor dat we allemaal zouden kunnen steunen op een rots van een eerste pensioenpijler, die je op je oude dag een uitkering geeft om een degelijk leven te kunnen leiden. Onrealistisch? Financieel niet haalbaar? Dat zei men 80 jaar geleden ook over betaalde verlofdagen. We laten ons inspireren door figuren als Maria Baers, die vanuit een sociale bewogenheid en met een duidelijke visie op de samenleving moedig positie innam. Brave meisjes komen in de hemel, stoute meisjes komen ... overal.
Trend 2: Tijd voor een nieuw sociaal contract – Voorbij dominante rollenpatronen
Maria Baers raakt aan dominante rollenpatronen
In de eerste decennia van de twintigste eeuw worden vrouwen quasi uitgesloten van handelsbekwaamheid en beweegruimte, zowel publiek als in het gezin. Vrouwen met autoriteit overschrijden de gendergrenzen, wat in de ogen van het dominante katholieke discours hetzelfde is als het verstoren van de natuurlijke en goddelijke orde en bijgevolg enkel kan leiden tot sociale wanorde en moreel verval. De vrouw is in katholieke ogen van nature uit ondergeschikt aan de man. Die opvattingen zijn vastgelegd in wetten en sociale relaties, waardoor vrouwen te kampen krijgen met heel wat discriminaties. Zo wordt bijvoorbeeld vrouwenarbeid minder betaald dan mannenarbeid; zijn gehuwde vrouwen wettelijk ondergeschikt aan hun echtgenoten; en hebben vrouwen tot 1948 geen nationaal stemrecht.
In reactie op het dominante (katholieke) discours, creëert Maria Baers een eigen katholiek vrouw- en manbeeld. Mannen en vrouwen zijn ‘gelijk maar verschillend’. Daarom zijn vrouwen ook nodig in de politiek, op de arbeidsmarkt en in het sociale leven.
In reactie op het dominante (katholieke) discours, creëert Maria Baers een eigen katholiek vrouw- en manbeeld . Mannen en vrouwen zijn ‘gelijk maar verschillend’. Daarom zijn vrouwen ook nodig in de politiek, op de arbeidsmarkt en in het sociale leven. Maria Baers’ vrouwbeeld is maternalistisch. ‘De vrouw moet moeder zijn in natuurlijke of figuurlijke zin’. Naargelang de aard van de ‘moederlijke zending’ zijn er wel beperkingen voor vrouwen. Kinderen komen onvermijdelijk op de eerste plaats. Dit betekent voor haar dat voor vrouwen met kinderen het huismoederschap de ideale bestemming is. Omgekeerd kent Baers ongehuwde en kinderloze vrouwen veel maatschappelijke beweegruimte toe, maar ontzegt ze hen het recht op kinderen. Vanuit haar vrouwbeeld zet Maria Baers zich volop in voor het verbeteren van de sociale omkadering van het moederschap en de opvoeding van kinderen. Er komen diensten voor raadplegingen en melkbedelingen, een nationale moederkas en moederclubs. Baers ondersteunt het kostwinnersmodel, waarin mannen gaan werken, en voldoende loon verdienen, opdat vrouwen thuis kunnen blijven om voor de kinderen te zorgen. Daarom probeert ze uitkeringen zoals de premie voor de moeder aan de haard (rechtstreeks toe te kennen aan de moeder), maar ook andere gezinsuitkeringen, door te voeren.
2016: Naar een evenwichtig en kwaliteitsvol combinatiemodel
In België is het kostwinnersmodel op zijn hoogtepunt in de jaren ´50 en ´60. Maar de toegenomen scholingsgraad van vrouwen, een verhoogde vraag naar vrouwelijke arbeidsdeelname ter versterking van de economie en de tweede feministische golf maakten dat vrouwen steeds actiever werden op de arbeidsmarkt. De transitie van het mannelijke kostwinnersmodel naar het tweeverdienersmodel zet de traditionele taakverdeling onder druk en maakt het voor gezinnen moeilijker om het dagelijks leven te organiseren. Ten tijde van het kostwinnersmodel ging één partner voltijds werken (aan 48uur per week), nu ligt de norm op 38uur x 2 = 76 uur. Samen met de toenemende arbeidsmarktparticipatie van vrouwen, kende Vlaanderen de afgelopen decennia een stijgend aantal eenoudergezinnen . Voor deze gezinnen is de combinatie van betaald werk en het gezin nog veel moeilijker. Tijdsbestedingsonderzoek toont aan dat vrouwen en mannen de combinatie van betaalde en onbetaalde arbeid anders beleven en invullen. Stereotype beelden over hoe mannen en vrouwen, jongens en meisjes horen te zijn, zorgen ervoor dat de rollenpatronen ook in de 21e eeuw nog niet doorbroken zijn. Mannen spenderen gemiddeld 8 uur per week meer aan betaalde arbeid dan vrouwen. Terwijl vrouwen gemiddeld per week 9.5u meer spenderen aan huishoudelijke taken en kinderzorg dan mannen. Mannen hebben ongeveer 6u meer vrije tijd per week dan vrouwen.
Samen met de toenemende arbeidsmarktparticipatie van vrouwen, kende Vlaanderen de afgelopen decennia een stijgend aantal eenoudergezinnen. Voor deze gezinnen is de combinatie van betaald werk en het gezin nog veel moeilijker.
Maria Baers schopte tegen het dominante beeld van vrouwen in een ondergeschikte rol en wilde moeders bevrijden van de zware combinatie loonarbeid en gezin. We gaan met Femma de uitdaging aan om tegen het heilig huis(je) van de betaalde arbeid te schoppen en haar te plaatsen tussen al die andere vormen van arbeid waarop de samenleving is gebouwd: zorgarbeid, sociale arbeid en zelfarbeid. Even belangrijk vinden we dat er een evenwichtige verdeling van betaalde en onbetaalde arbeid door vrouwen en mannen is. We willen een toonaangevende stem zijn en pleiten voor een 30-urige werkweek als fundament van een nieuw sociaal contract.
Trend 3: Anders gaan werken
Maria Baers eist gelijk loon voor gelijk werk
Aan het begin van de 20e eeuw is ongeveer een vierde van alle arbeidskrachten in België vrouw. De overgrote meerderheid werkt in de handel en de fabrieken. Gezagsdragers zie fabrieksarbeid door vrouwen niet graag omdat ze de sociale orde willen bewaren en vrouwen liever aan de haard zien. Maar ook de vakbonden zien het niet graag omdat ze laag betaalde vrouwenarbeid als oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt beschouwen. Beschermende wettelijke maatregelen zijn heel beperkt.
Baers vindt dat iedere vrouw moet kunnen werken, in goede arbeidsomstandigheden die rekening houden met specifiek vrouwelijke noden, tegen eenzelfde loon als mannen, en vaak ook in dezelfde beroepen. Ze zet zich heel haar leven in om de arbeidsmogelijkheden en -omstandigheden voor vrouwen te verbeteren. Haar inspanningen voor de bescherming van vrouwenarbeid beperkt zich niet tot de ongehuwde, werkende vrouwen. Ze beseft dat veel moeders, door gebrek aan geld, verplicht zijn te gaan werken en ijvert voor wetten die hun arbeid verlichten en verminderen. Op haar agenda staan: gezinsvergoedingen, bijzondere vergoedingen voor de moeder van jonge kinderen die thuis blijft, halftime arbeid of met beperkte duur; de mogelijkheid van hervatting van de arbeid door vrouwen boven de veertig en aanpassing van de sociale veiligheid aan vrouwenarbeid.
2016: Femma eist gelijk loon voor gelijk werk
De loonkloof tussen vrouwen en mannen is vandaag 22%. Bijna de helft van de werkende vrouwen werkt deeltijds. Ruim 1 werknemer op 4 bevindt zich in een kwetsbare positie als het op arbeidsvoorwaarden aankomt . Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in banen met lage lonen, onvrijwillig deeltijdwerk en tijdelijk werk. Slechts 1 Vlaming op 5 vindt dat hij/zij interessant werk en motiverend werk heeft . Ouderschapsverlof en tijdskrediet zijn voor velen niet betaalbaar. De beleidsmaatregelen die erop gericht zijn om mensen meer en langer te laten werken, zijn niet emanciperend maar bestraffend.
In haar lobbywerk ijveren we met Femma voor meer, degelijke, en betaalbare kinderopvang, voor genderneutrale en degelijk vergoede verlofstelsels, voor kwaliteitsvol werk, voor een verhoging van de minimuminkomens, voor gelijk loon voor gelijk werk, en voor een meer evenwichtige verdeling van zorg- en huishoudelijke taken tussen vrouwen en mannen.
Lees de drie volgende trends in de integrale special van De gids over Rerum Novarum, meer info op